Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij werden vergaderd te Mizpa, en zij schepten water, en [9]goten het uit voor het aangezicht des HEEREN; en zij vastten te dien dage, en zeiden aldaar: Wij hebben tegen den HEERE gezondigd. Alzo [10]richtte Samuel de kinderen Israels te Mizpa. 9. Tot een teken dat zij hun harten, [van zonden gewassen en gereinigd zijnde] uitgoten voor den Heere. Zie dergelijk hfdst.1 vs.15. De zin is: zij riepen den Heere van harte aan om verlossing. Daartoe was ook hun vasten behorende. 10. Dat is, hij regeerde hen, en hij bracht hen door zijn goede vermaning tot bekering. Zie de aantekeningen op Richt.2:16.